1Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen omhoog naar de bergen: "Vanwaar komt mijn hulp?" 2Mijn hulp komt van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt! 3Neen, Hij laat uw voeten niet struikelen, Hij slaapt niet, uw Wachter; 4Neen, Hij sluimert noch dommelt, Israƫls Beschermer! 5Jahweh is uw Behoeder, Uw schaduw aan uw rechterhand: 6Overdag zal de zon u niet hinderen, En de maan niet des nachts. 7Jahweh behoedt u voor iedere ramp, Hij is bezorgd voor uw leven; 8Jahweh waakt over uw komen en gaan Van nu af tot in eeuwigheid.