1Een bedevaartslied. Tot Jahweh riep ik in mijn nood, En Hij heeft mij verhoord. 2Verlos mij, Jahweh, van leugenlippen En lastertongen! 3Wat kan een lastertong u al brengen, En wat er nog bij doen: 4Scherpgepunte oorlogspijlen, Met gloeiende houtskool! 5Wee mij, dat ik moet toeven In de tenten van Mésjek, En dat ik moet wonen In de tenten van Kedar! 6Reeds te lang leef ik samen Met vredeverstoorders; 7Als ìk over vrede wil spreken, Zoeken zij strijd!