1Nu nam Bildad van Sjóeach het woord, en sprak: 2Hem is de macht en de schrik, Hem, die vrede gebiedt in zijn hoge hemel! 3Zijn soms zijn legioenen te tellen, Tegen wien staan zijn troepen niet op! 4Hoe kan dan een mens tegen God in zijn recht zijn, Of rein, die uit een vrouw is geboren? 5Zie, zelfs de maan is niet helder, De sterren zijn niet rein in zijn ogen: 6Hoeveel minder een mens, een aas, Een mensenkind, een worm!