1Halleluja! Ik heb Jahweh lief, Want Hij hoort naar mijn smeken! 2Hij luisterde naar mij, toen ik riep 3En de strikken des doods mij omknelden; Toen doodsangst mij kwelde, Nood en jammer mij troffen. 4Ik riep de Naam van Jahweh aan: "Ach, Jahweh, spaar toch mijn leven!" 5En Jahweh was genadig en trouw, Onze God vol ontferming: 6Jahweh waakt over de zwakken; Ik was uitgeput, maar Jahweh heeft mij gered! 7Wees dan gelaten, mijn ziel; Want Jahweh blijft voor u zorgen: 8Hij heeft mij gered van de dood, Mijn ogen van tranen, mijn voeten van stoten; 9Nog mag ik voor Jahweh’s aanschijn wandelen In de landen der levenden!