1Halleluja! Ik wil Jahweh loven met heel mijn hart In de kring en de gemeente der vromen: 2Groot zijn de werken van Jahweh, En door allen gezocht, die hun vreugd erin vinden. 3Zijn daden stralen van glorie en luister, En zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand. 4Door zijn wonderen heeft Hij het in de herinnering gegrift: "Genadig en barmhartig is Jahweh!" 5Hij gaf voedsel aan hen, die Hem vreesden, En bleef zijn Verbond voor eeuwig indachtig; 6Hij heeft zijn volk zijn machtige daden getoond, Door hun het erfdeel der heidenen te schenken. 7Waarheid en recht zijn het werk zijner handen, Onveranderlijk al zijn geboden: 8Onwrikbaar voor altijd en eeuwig, Gedragen door trouw en door recht. 9Hij heeft zijn volk verlossing gebracht, Zijn Verbond voor eeuwig bekrachtigd; (9) Heilig, ontzaglijk is zijn Naam! 10Het begin van de wijsheid is de vreze van Jahweh, En die haar beoefent, zal helder inzicht bekomen; Voor eeuwig zij Hij geprezen!