1Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een psalm; een lied.
2God zij ons genadig, en zegene ons, En doe zijn aanschijn over ons lichten;
3Opdat men op aarde zijn wegen erkenne, Onder alle volken zijn heil.
4De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!
5De volkeren zullen juichen en jubelen, Omdat Gij de wereld rechtvaardig regeert, Met gerechtigheid de volkeren richt, En de naties op aarde bestuurt.
6De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!
7De aarde heeft haar oogst gegeven, De Heer, onze God, ons gezegend;
8Moge God ons blijven zegenen, En alle grenzen der aarde Hem vrezen. De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!