1Breng Jahweh lof, Jerusalem; Sion, loof uw God!
2Want Hij heeft de grendels van uw poorten versterkt, Uw zonen binnen uw muren gezegend,
3De vrede aan uw grenzen geschonken, U met de bloem der tarwe verzadigd.
4Hij is het, die de aarde zijn bevelen stuurt, En haastig rept zich zijn woord:
5Die sneeuw als wolvlokken zendt, Zijn ijzel rondstrooit als as.
6Hij werpt zijn hagel bij brokken, En voor zijn koude stollen de wateren;
7Maar Hij stuurt zijn bevel, en ze smelten: Zijn winden waaien, weer stromen de wateren.
8Hij maakte Jakob zijn geboden bekend, Israël zijn bevelen en wetten:
9Zo deed Hij voor geen ander volk, Nooit heeft Hij hùn zijn wetten geleerd! Halleluja!